Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Ik weet, dat uw overtredingen menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn; [33]zij benauwen den rechtvaardige, nemen [34]zoengeld, en [35]verstoten de nooddruftigen in de [36]poort. 33. Of, gij benauwt, enz. 34. Of, losgeld, rantsoen, om den schuldigen en strafwaardige vrij te laten, tegen Gods wet, Num.35:31. Of, zij nemen het van den onschuldige, die het hun moet geven zo hij hun geweld ontgaan wil. 35. Te weten, van zijn recht, of wijzen hem af, doen hem ter zijde afgaan, van zijn recht, dat buigende en verkerende. 36. Gelijk in vs.10.